Landgoed Het Huys ten Donck

Wandelen, culinair genieten, trouwen en vergaderen.

Een eerste kennismaking met ‘ten Donck’, is een directe kennismaking met de familie Groeninx van Zoelen en hun liefde voor deze buitenplaats. In 1702 bracht Catharina van Zoelen het landgoed als bruidsschat in haar huwelijk met Cornelis Groeninx. Hun zoon, Otto Groeninx van Zoelen, volgens de traditie van deze regentenfamilie zijnde burgemeester te Rotterdam en bewindhebber van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), bouwde het huidige Huys ten Donck in 1746 op de fundamenten van het oorspronkelijke kasteeltje uit 1616. Bedoelt als ontvangsthuis voor zakelijke relaties, was dit ook de favoriete plek waar de familie samenkwam, terwijl zij oorspronkelijk woonden te Rotterdam. Bijna drie eeuwen later wordt de buitenplaats nog steeds beheerd door dezelfde familie, waardoor de charme van het huis behouden is gebleven. In 1978 werd Stichting Het Huys ten Donck (ANBI) opgericht, met als doel de instandhouding, continuïteit en kwaliteit van de buitenplaats te waarborgen voor de toekomst. Sinds 1980 is Het Huys ten Donck opengesteld voor besloten ontvangsten.

Geschiedenis
Door de eeuwen hebben velen gasten uit binnen- en buitenland van deze oerhollandse buitenplaats kunnen genieten. Het eerste bewaarde gastenboek stamt uit 1765. Doordat de geschiedenis over 9 generaties binnen de muren van Het Huys ten Donck behouden is gebleven is een wandeling door het huis net een wandeling door onze vaderlandse geschiedenis, met herinneringen aan de verschillende posities welke familieleden hadden in stadsbesturen, bij de VOC, aan het hof, als gezanten in het buitenland en in de Tweede Wereldoorlog. Dankzij de eeuwenlange verbinding met de familie Groeninx van Zoelen, is de persoonlijke, warme sfeer op Het Huys ten Donck nog steeds voelbaar.
De kleinzoon van de bouwer, Otto Paulus Groeninx van Zoelen, refereerde in 1820 aan de buitenplaats als de plek ‘Alwaar al mijn genoegens vereenigd zijn’. De familie woonde aan de Haringlvliet te Rotterdam, echter hun buitenplaats het Huys ten Donck – gelegen op een zandterp/donk aan de rand van de Maas in de polder Nieuwe Rijerwaard – was de favoriete plek waar de familie samenkwam en haar (zakelijke) relaties ontving. De buitenplaats werd aangelegd als plek die tot de fantasie zou spreken, waar gasten in pracht en praal konden worden ontvangen en waar de kinderen in een gezonde omgeving buiten konden spelen. Ooit een oase temidden van de polder, is de buitenplaats vandaag nog steeds een oase, nu temidden van de verstedelijking, op slechts 15 minuten van het centrum van Rotterdam.
Historica Irma Thoen legde de geschiedenis van de buitenplaats vast in het in 2005 door Stichting Erfgoed Rotterdam uitgegeven boek: “Het Huys ten Donck en de familie Groeninx van Zoelen”, dat u bij bol.com kunt bestellen.

Wandelen
Het Huys ten Donck is omringd door één van de oudste – in Engelse stijl aangelegde – landschapsparken van ons land. Het zogeheten Donckse Bos, van 22 hectare, maar ook het buitendijkse gebied met het natuurgebied de Donckse Grienden, het Donckse Haventje en het Voorterrein (evenementterrein) van 4,5 hectare, maken deze buitenplaats bijzonder, vooral op deze plek zo midden in de Randstad.
Wij willen graag dat echte natuurliefhebbers kunnen blijven genieten van de pracht van het Donckse bos – zoals velen voor ons en hopelijk nog velen na ons dat ook zullen doen. Met een geldige wandelkaart in de hand, wensen wij u veel wandelplezier!
Door Hans Willemstein – onze Tuinbaas:
‘God zal, hoop ik, ons daer bewaren voor rampen, en ons in de nawinter van 1821 weder verenigd en gezond naar den geliefden Donck terug voeren, die toch de standplaats is, alwaar al mijne genoegens vereenigd zijn’.
Zo sprak Otto Paulus in de winter van 1820 over zijn geliefde ‘buiten’, en niets gaf hem meer vreugde dan een zomers verblijf in gezelschap van zijn gezin, familie en vrienden in de prachtige, groene omgeving van zijn Huys ten Donck.
Hij had niet kunnen vermoeden dat zo velen na hem ook zouden genieten van datzelfde ‘buiten’. En dat zij die het nu bezoeken het zullen aantreffen zoals Otto Paulus het tijdens zijn leven heeft gekend, al is menige door hem geplante boom en struik intussen volwassen geworden.
Meer nog dan in zijn tijd is het voor velen die de buitenplaats bezoeken een plek geworden waar men verbaasd is over de rust en ruimte in contrast met de hectiek en bebouwing in de omgeving tussen Rotterdam en Dordrecht. En waar men zich voorneemt; “Hier kom ik nog eens terug met hem of haar”.
De indrukwekkende bomen, de doorkijkjes, de waterpartijen, de vele verschillende bruggen waaronder de ‘vlotbrug’, de spijkerplank en de ‘walvisbrug’ maken het park uniek. De strakke paden in de ‘Franse tuin’ met de vaste plantenborder, de slingerpaden in het ‘Engelse werk’ met de kikkerpoel, de ruïne en de boerenwoning, begeleiden je elk seizoen weer langs nieuwe verrassingen.
De grote waterpartij in het ‘Nieuwe werk’ – nog met de hand uitgegraven in 1815 – met zijn eilandjes en de doorkijkjes naar de weilanden waar in het seizoen de koeien grazen en de hazen ‘rammelen’ is altijd inspirerend. Van mol tot muis, van reiger tot roodborstje; ze laten je weten dat ze er zijn.
De paddenstoelen, de gallen en de verkleurde bladeren in de herfst en in het voorjaar de uitbundige bloei van de duizenden stinseplanten. Van de winteraconieten in januari tot de gulden boterbloem in april; het is een opeenvolging van kleur, zodat je bijna wekelijks de buitenplaats zou willen bezoeken om maar niets te missen.
Net zoals Otto Paulus kun je nu – met een wandelkaart – beleven wat de buitenplaats Het Huys ten Donck met je doet; het raakt je! En als je het ‘buiten’ verlaat, denk je……..ja, ik kan me er wel in vinden, daar…..‘Alwaar al mijne genoegens vereenigd zijn’.

Meer informatie