Landgoed Dennenburg

Landgoed buitenplaats Denneburg.


Engweg 34, Driebergen-Rijsenburg
De buitenplaats Dennenburg ligt aan de zuidkant van de bebouwde kom van Driebergen, op de overgang naar het landelijk gebied. Dennenburg beslaat een vrijwel rechthoekig terrein, geënt op de 12de eeuwse ontginningsstructuur. Deze lineaire structuur is ook gebruikt voor de centrale oprijlaan, die het terrein in tweeën deelt. Ten zuidoosten van het huis is een sterrenbos aanwezig. Het park heeft verder grotendeels een landschappelijk aanleg, met bospercelen, door bomen onzoomde weiden en kronkelpaden. Het in eclectische stijl uitgevoerde landhuis uit 1890 ligt op enige afstand van de Engweg, maar is daar wel door een zichtlijn mee verbonden. Naast het hoofdgebouw staat een langhuisboerderij uit 1729. Het gebouw verkeert in slechte staat, evenals de oranjerie en het koetshuis. Van de tuinmanswoning staan slechts nog resten van de muren, na een brand in 1905.

Meer geschiedenis
Henriette Elias en Joseph Carel van der Muelen gaven in 1815 opdracht aan tuinarchitect Christiaan G. Breitensteyn, leerling van J.D. Zocher jr., de verouderde formele tuinaanleg te transformeren in de landschapsstijl. Vanaf het huis werd een rondwandeling ontworpen met diverse rust- en uitzichtpunten. Het huis werd in 1890 grotendeels afgebroken, nog in datzelfde jaar werd in opdracht van J. Manger Cats een nieuw gebouwd. Bij het huis kwamen een oranjerie en een koetshuis. Door grondverkopen kromp het landgoed naderhand in van 130 ha. tot zo’n 24 ha.

Dennenburg wordt voor het eerst vermeld in 1650. In 1642 kocht de eerste eigenaar, Pieter Uyttenboogaert met zijn zonen enkele percelen grond van de Staten van Utrecht. In 1650 lieten zij bij de Langbroekerwetering een hofstede met herenkamer bouwen met de naam Dennenburg. Bij de 12e-eeuwse ontginning waren de percelen gescheiden door sloten. Door het graven van enkele dwarssloten werd Dennenburg omgracht. Dennenburg en de siertuin werden gescheiden door een sloot, waar een bruggetje overheen werd gelegd. Deze sloot zou nadien vergraven worden tot de Rodenbergse vaart. Tien jaar later liet Uyttenboogaert ten noordoosten van Dennenburg een tweede hofstede met herenkamer en siertuin bouwen en gaf dat de naam ‘De Hoeve’. Eind 17e eeuw werden De Hoeve en Dennenburg eigendom van kapitein in het Staatse leger Louis Knoppert. De volgende eigenaar was de burgemeester van Utrecht, Johan Carel van der Muelen (1672-1728). Diens zoon Joseph Elias van der Muelen (1708-1781) liet De Hoeve afbreken en verving dit door een nieuw huis. Dit nieuwe herenhuis stond een kwart slag gedraaid ten opzichte van het vorige herenhuis. Het symmetrische herenhuis had twee bouwlagen en een schilddak. In 1729 werd naast het landhuis een nieuwe boerderij gebouwd. De oude hofstede kreeg de nieuwe naam Rooijenberg en verviel tot schippershuis/daglonerwoning.

In 1743 werd het grondgebied van Dennenburg samengevoegd met het naastgelegen Broekbergen. Dennenburg besloeg toen een oppervlakte van 130 ha. In 1889 bleef na een verkoping nog maar 24 ha over van het oorspronkelijke landgoed. Het overblijvende gedeelte werd gekocht door J. Manger Cats. Cats was eigenaar en bewoner van het huis Sterrenbosch. Op dat overblijvende stuk grond werd in de jaren 20- en 30 van de vorige eeuw de Tuinwijk Sterrebosch ontwikkeld.

In 1890 liet Cats het bestaande huis grotendeels afbreken en verving het door een nieuw blokvormig herenhuis met oranjerie, koetshuis met paardenstal en koetsierswoning. In 1904 wordt het nieuwe huis verkocht en vond er weer een opsplitsing plaats. De overgebleven 18 ha kwam in bezit van de familie De Lanoy Meijer, die tot 1975 eigenaar zou blijven.
Meer informatie