Landgoed Duin & Kruidberg

Wandelen, dineren en trouwen: het is allemaal mogelijk op dit landgoed.

1600: Belangrijke gebeurtenissen
Genoeg van de stinkende grachten. Toen in de 17e eeuw de republiek Nederland een enorm grote groei zowel op economisch als op cultureel vlak doormaakte, ontvluchtten veel welgestelde Amsterdammers de stad. Dit kwam vooral omdat de grachten wel riolen leken en met name in de zomer de stank bijna niet te verdragen was. Diegene die het zich konden veroorloven, trokken zich terug op een buitenplaats. In die tijd ‘rust-plaetse’ genoemd. Een ‘rust-plaetse’ bestond meestal uit een aantal vaste onderdelen, namelijk: een landhuis met sier- en/ of moestuinen, een boomgaard, een koetshuis met stallen, schuren, een orangerie en een boerderij. Favoriete streken voor ‘rust-plaetse’ waren gelegen aan wateren zoals de Vecht en de Amstel of nabij heuvelachtige landschappen zoals het Gooi of Kennemerland. Met name de streek rond Haarlem, Velsen, Zandvoort en Santpoort was populair bij de gefortuneerde Amsterdammers. Ook Landgoed Duin en Berg met het aangrenzende Landgoed Kruidberg waren erg in trek.

landgoed Duin & Kruidberg

Tuinen volgen modebeeld
In 1634 kocht Hendrik Reijnst – koopman, schepen van Amsterdam, bewindhebber van de Verenigde Oost-Indische Compagnie en kassier van de Amsterdamse Wisselbank, voor HFL 11.700,00 de boerenhofstede op Landgoed Duin en Berg. Deze boerenhofstede werd in de jaren daaropvolgend door Reijnst en andere eigenaren uitgebreid en opgesmukt met onder andere een formele tuin. Hierbij dienden de tuinen van het Paleis in Versailles als voorbeeld. Vandaag de dag is van deze tuin helaas niets meer zichtbaar omdat ook tuinen aan mode onderhevig zijn.

Buitenverblijf van een ‘sijn Hoogheijt’
Balthasar Coymans – raadslid en schout van Haarlem, Heer van Streefkerk en Nieuw Lekkerland – liet halverwege de 17e eeuw, daar waar eerst een oudere hofstede stond, De Kruidberg bouwen. Het statige landhuis dat herrees, was destijds een van de grootste in de omgeving van Velsen. In 1677 kocht Sophia Trip – een telg uit een befaamd Amsterdams koopliedengeslacht – Landgoed Duin en Berg. Zij kon er echter niet lang van genieten want twee jaar na de aankoop, stierf zij al. Haar erfgenamen verkochten het landgoed voor HFL 30.000,00 aan ‘sijn Hoogheijt de Heere Prince van Orangie’, beter bekend als Willem III – stadhouder en later koning van Engeland –. Het landgoed werd al snel daarna ’s Princenbosch genoemd. Willem III gebruikte landgoed De Kruidberg voornamelijk als jachtverblijf maar ook om geheime besprekingen te voeren. Het landgoed was een kleinere versie van zijn paleis en landgoed Het Loo te Apeldoorn. Willem III stierf in 1702 waarna Landgoed De Kruidberg in het verval raakte.
Meer informatie